Het bijzondere landschap kreeg vorm door miljoenen jaren van geologische processen. Dat ging zo:
De basis van de Kempense Heuvelrug ontstond onder invloed van de zee. De werking van de getijden zette zand af in verschillende fases: onderaan het zand van de formatie van Kasterlee, met daarop de ijzerhoudende bovenlaag van de formatie van Poederlee. Dit harde pantser weerstond het schuren van het stijgende en dalende smeltwater tijdens de ijstijden. Terwijl de valleien dieper kwamen te liggen, bleef de Heuvelrug over als het meest imposante reliëf van de Kempen.
Na de laatste ijstijd, ongeveer 13.000 jaar geleden, waaiden hevige noorderwinden bijkomend zand op de Heuvelrug. Zo ontstonden de kenmerkende stuifduinen waarvan de toppen vandaag tot twintig meter boven de lager gelegen valleien uitsteken. Sommige stuifduinen transformeerden tot paraboolduinen: hoefijzervormige duinen met een asymmetrische vorm. Aan de ene kant zijn ze steil, terwijl hun andere flank veel flauwer is. Deze paraboolduinen bleven bewaard op het grondgebied van Herentals, aan de Toeristentoren, en in Kasterlee aan de Kabouterberg.
De Kempense Heuvelrug is dan ook een ware aardkundige hotspot en een geliefd studiegebied voor geologen. Karen Vancampenhout, professor bodemkunde en geologie aan de KU Leuven, vertelt je hier graag meer over: